Lezen, leren en maakbaarheid /*\

(g.l.t. 4 min.; links: 30 min.)
Hoewel ik slechts 1x per maand een genomindeerde voor de Donkey Shocking-award wilde aanwijzen, kan ik er niet omheen nu reeds de tweede nominatie bekend te maken. Het CPNB (Stichting Collectieve propaganda voor het boek) heeft aangekondigd welk boek dit jaar gratis uitgedeeld gaat worden. Met de jaarlijkse verstrekking van een maatschappelijk relevant boek, wil men het lezen èn de gemeenschapszin bevorderen. Dit jaar denkt het CPNB dat te bereiken door 'De gelukkige klas' (uit 1926) van Theo Thijssen te promoten. Hiermee wil men een hymne brengen aan de mens voor de klas. Waarom verdient het CPNB de nominatie?
Dat de boekenclub zowel lezen als de gemeenschapzin wil bevorderen, is een prima initiatief. Het gratis verstrekken van een boek bleek vorig jaar een groot succes. Het is echter de vraag of een oplage van 725 duizend boeken genoeg is.
Met de keuze van dit jaar wordt de aandacht gevestigd op de rol van de leerkacht. Theo Thijssen heeft de naam een voorvechter geweest te zijn voor beter onderwijs, waarin liefdevolle aandacht voor het individuele kind centraal hoort te staan. In de tijd dat Thijssen onderwijzer was, werd zoiets als 'respect' er langs de weg van ijzeren orde en regels ingestampt bij het jonge volkje. Leren ging op de maat van strak, dreunende ritmes. De weg naar volwassenheid en deelname aan de samenleving werd voorbereid door de tafel van vermenigvuldiging, de rijen werkwoorden en de historische jaartallen uit het hoofd te leren. Wie je als kind was deed er niet toe. Theo Thijssen zag dat wat anders. Hij vond dat de school op de eerste plaats een plek met warmte, veiligheid en geluk moest zijn. Hij eindigt zijn boek 'De gelukkige klas' dan ook met een voor die tijd wel erg boute stelling: ' M'n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat, dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel-maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jùllie nooit zeggen'.
Het CPNB wil nu met dit voorbeeld het onderwijzersschap weer eens ter diskussie stellen. Thijssen is een goed voorbeeld, want hij beschrijft 'hoe hij worstelt met de richtlijnen van de schoolinspectie, om maar iets actueels te noemen. En hij laat zien hoe moeilijk het is om als leraar bij ieder kind het specifieke talent tot ontplooiing te brengen', aldus het CPNB.
De goede bedoelingen van het CPNB zijn duidelijk. Natuurlijk moet er meer worden gelezen. En ja, aandacht voor de gemeenschapszin en het onderwijs in het bijzonder mag altijd prioriteit hebben. Maar ook al wordt er al eeuwen gelezen, het heeft de wereld niet beter gemaakt dan het is. Elke lezer maakt toch telkens weer zijn eigen verhaal. Het goede van de CPNB-actie is wel dat men de lezers uitnodigt over het gelezene met elkaar te praten. Dat is toch wat anders dan op grond van enkele boeken naar de wapens te grijpen. Misschien lukt het de boekenclub nog eens met een boek te komen die dat duidelijk maakt. Een boek met visie naar de toekomst. Want het is sterk de vraag wat men bereikt door een boek uit het verleden te presenteren. Wil men terug naar de tijd van Theo Thijssen? Volgens de man zelf is dat niet de weg naar een betere toekomst. Je kan er wel op wijzen dat het nu en gisteren allemaal niet zo best is, maar ga dan wel voor de beste oplossingen. Of zoals Thijssen het zelf schreef in zijn boek Schoolland: 'Allemaal goed-en-wel, maar dat het vroeger zo heel erg beroerd was, is nog geen reden om tegenwoordig maar genoegen te nemen met de middelmatige beroerdheden.'
Of wil het CPNB hier een vingerwijzing aan het toekomstige kabinet geven?

Labels: ,