Dialogen in de polder.

(g.l.t. 4 min.; geen links)
Het Kabinet: 'Goedemorgen, dames en heren, ik ben blij dat ik even tijd vrij heb kunnen maken om eens een hartig woordje met u te wisselen. Gaat u zitten, koffie? Thee?'
De Samenleving: 'Ook goedemorgen. Eh...., die koekjes, zijn die gratis?'
Het Kabinet: 'Natuurlijk, tast u toe. Dan kan ik u ondertussen uitleggen wat de bedoeling is.'
De Samenleving: 'Neemt u mij niet kwalijk dat ik u onderbreek, maar was het niet de opzet dat ik u ging vertellen wat de bedoeling is?'
Het Kabinet: 'Ah! Daar heeft u in zekere zin gelijk mee. Er zijn natuurlijk wel een paar spelregels.'
De Samenleving: 'Spelregels? Ik dacht dat dit een serieus gesprek zou worden en niet een of ander gezelschapsspelletje?'
Het Kabinet: 'Wat treffend dat u het zo benoemd! Ons motto "Samen leven" staat voor een hechter verband tussen de leden van dit gezelschap. Ik zou graag zien dat men in de beschermende sfeer van het gezin weer eens een gezellig spelletje met elkander doet.'
De Samenleving: 'Ah, zo! En al die mensen die geen gezin hebben? Die mogen zeker buiten spelen?'
Het Kabinet: 'Wel, er zijn talloze mogelijkheden om saamhorig te zijn. De sportverenigingen, de fitnessclubs, de .....'
De Samenleving: '...de happy hours!'
Het Kabinet: 'Nouwwwww, die dan weer niet. Kijk, ik gun iedereen natuurlijk een uurtje geluk. Maar het happy hour-gebeuren schiet ernstig zijn doel voorbij. Reeds nu kunt u radeloze ouders langs de kroegen zien zwerven op zoek naar hun kroost. Hebben ze die eenmaal gevonden dan zie je te vaak wat een problemen het geeft, hun laveloze, lallende en brallende kinderen mee huiswaarts te krijgen voor de avondmaaltijd.'
De Samenleving: 'En dat gaat u dus aanpakken?'
Het Kabinet: 'Jazeker! Er staat al een campagne op touw die de mensen er bewust van gaat maken dat het ook anders kan. Volgende week al komt er een cd uit waarop de minister van Jeugd samen met Ali B. een alleraardigste rapversie doet van 'Ach, kindjelief, toe drink niet meer.'
De Samenleving: 'En verder?'
Het Kabinet: 'Huh? Hoe bedoel u?'
De Samenleving: 'Nou, u ging het probleem toch aanpakken? Een liedje lijkt mij dan niet genoeg.'
Het Kabinet: 'Kijk, had u mij toch eerst de spelregels even moeten laten uitleggen. Het is mijn taak te signaleren, de lijnen uit te zetten en de kaders aan te geven. Vervolgens moet u het doen! Ik ben de samenleving niet. De samenleving, dat bent uzelf! Als ik maatregelen tref, dan wordt dat als overheidsbemoeienis gezien en ik dacht dat u daar de buik wel vol van had.'
De Samenleving: 'Aha! Dus de komende jaren gaat het zoals ik het wil?'
Het Kabinet: 'Dat hang er van af.'
De Samenleving: 'Pardon? Nog meer spelregels?'
Het Kabinet: 'Ja, nog een paar kleinigheden. Het moet altijd gaan om zaken die men samen kan doen, verder moet iedereen er baat bij hebben en, last but not least, het mag geen gevolgen hebben voor het positieve saldo van de staatskas.'
De Samenleving: 'Even een vraagje, wie bepaalt welke zaken er onder die kriteria vallen?'
Het Kabinet: 'Daarvoor zitten we nu gezellig bij elkaar! Dat bepalen we samen. Heeft u nog genoeg koekjes?'
De Samenleving: 'Ja, dank u. Aan de catering mankeert hier werkelijk niets. Aan die kriteria kennelijk wel, want dat gaat toch niet helemaal gesmeerd.'
Het Kabinet: 'Meent u dat echt? Heb ik iets gemist?'
De Samenleving: 'Nou, neem nu eens de vaststelling van het aantal probleemwijken. Nu al blijken bepaalde buurten daarbuiten te vallen, terwijl de bewoners zelf menen dat hun nood toch erg hoog is. Het lijstje probleemwijken lijkt alsmaar kleiner te worden.'
Het Kabinet: 'Oh, dat bedoelt u. Toen onze minister voor probleemwijken op pad ging om uit te zoeken waar er nou echt problemen waren trok ineens iedereen aan de bel. Van stadswijken tot dorpskernen, van winkeliersverenigingen tot verenigingen van huiseigenaren, van welzijnswerkers tot pastoors. Dat werkt zo niet. Als ik met iedereen in gesprek moet, die meent binnen een door mij aangegeven kader te vallen, dan heb ik aan die honderd dagen niet genoeg. U wilt toch ook niet dat we vier jaar lang alleen maar in gesprek zijn?'
De Samenleving: 'Nee, nee, zeker niet. Die honderd dagen kosten al dure minuten, waarin de meest voor de hand liggende zaken al aangepakt hadden kunnen worden. Ik zou heel graag zien dat u ook daadwerkelijk wat doet. Maar nu dreigen er toch wat mensen buiten de boot te vallen.'
Het Kabinet: 'Welneeeeeee. Kijkt u eens hier, ik ben kapitein op het schip van Staat. Mensen moeten dat niet verwarren met de stoomboot van Sinterklaas. Ik ga geen kadootjes weggeven. Ik ga die mensen belonen, die zelf en vooral samen, hun probleempjes gaan oplossen. Dat is geen kwestie van de hand ophouden en een beetje bij mij komen bedelen. Dat is samen hard aan het werk. Steekt men de handen daadwerkelijk uit de mouwen, dan ben ik best bereid een bijdrage te leveren uit het beperkte budget van de staatskas.'
De Samenleving: 'En wanneer wordt ik dan ingelicht over de stappen die u verder denkt te ondernemen?'
Het Kabinet: '(grote zucht) Laat ik het nog één keer duidelijk maken. Ik geef alleen maar politieke steun. U moet samen leven, u moet samen werken. U hoeft alleen maar ingelicht te worden over verzoeken, als ik van plan ben wel stappen te ondernemen. Anders heeft inlichten geen zin.'
De Samenleving: 'Dus?'
Het Kabinet: 'Dus dank ik u voor dit genoeglijke onderhoud. Ik moet helaas weer verder. Er wachten mij nog meer gesprekken. Neemt u nog wat koffie en vergeet u de koekjes niet.'

Labels: