Vakantiestop.

Een klantenstop in de thuiszorg? Dat kan niet, dachten ze bij de SP. Als dat niet meteen wordt opgelost wil men een vakantiestop inlassen. Nee, maakt u zich niet ingerust, dat geldt dan niet voor u maar voor de dames en heren politici. De SP wil ze terugroepen van hun vakantieadressen. Op één van die adressen gaat de telefoon.
Mevr. B.: "Ja, zegt u het maar..."
Ambtenaar: "Neemt u mij niet kwalijk dat ik stoor maar is uw man daar?"
Mevr. B.: "Nee, die ligt in het buitenbadje met zijn eendje te spelen".
Ambt.: "Ach, wilt u zo vriendelijk zijn hem even aan de lijn te roepen?"
Mevr. B.: "Dat gaat zomaar niet. U weet dat u niet zomaar zijn vakantie mag onderbreken."
Ambt.: "Dat weten wij mevrouw, maar er is hier toch sprake van enige urgentie."
Mevr. B.: "Enige urgentie? Enige? Dat lijkt mij verre van genoeg. Mag ik weten wat er zo urgent is?"
Ambt.: "De SP mevrouw."
Mevr. B.: "Hahahaha, u maakt een grapje. Sinds wanneer is de SP urgent?"
Ambt.: "U heeft gelijk, de SP is niet urgent, maar wat ze van plan zijn wel."
Mevr. B.: "Oh? Dat lijkt mij dan voor het eerst dat een plannetje uit die hoek urgent is."
Ambt.: "Welnu, mevrouw, wij weten hoe uw man gehecht is aan zijn rust en zijn eendje. Daar dreigt de SP nu een eind aan te maken."
Mevr. B.: "En jullie zijn niet capabel genoeg daar een stokje voor te steken?"
Ambt.: "Tja, daar zou dan wat geld mee gemoeid zijn en dat w..."
Mevr. B.: "Geld? Bent u nu helemaal de weg kwijt? Daar hebben we toch die boekhouder voor? Belt u hem maar. Wat denkt u wel. Mijn man gaat overe hogere zaken!"
Ambt.: "Natuurlijk, natuurlijk. Hebben we al geprobeerd maar zijn mobieltje staat al dagen uit."
Mevr. B.: "Mooi is dat! En dus valt u ons lastig?! Waar gaat het dan in hemelsnaam over?"
Ambt.: "Er zijn problemen in de thuiszorg."
Mevr. B.: "U bent toch thuis?"
Ambt.: "Jawel, hoe bedoelt u?"
Mevr. B.: "Dan is dat uw zorg!"
Ambt.: "Maar mevrouw, ik zou toch gr...."
Mevr. B.: "Luister u eens goed. Wij zijn met niemand in oorlog, de dijken staan niet op doorbreken en verder is het veel te warm om ons ook maar ergens over druk te maken. Wat er thuis gebeurt zal me een zorg zijn. U lost het zelf maar op. U bent aangenomen om tijdens onze welverdiende rust op de winkel te passen. U bent zogezegd onze thuiszorg. En als u niet in staat bent dat naar behoren te doen, dan zal ik mijn man adviseren die hele thuiszorg maar af te schaffen. Het kost nogal niet wat. Daar mogen we dan ook wat van verwachten."
Ambt.: "Mevrouw, met uw welnemen, ik denk niet dat u...."
Mevr. B.: "Genoeg! Jandorie! Ga aan uw werk. En rekent u er niet op dat we de komende dagen onze mobiele telefoon aan laten staan. Tabé!"

Labels: