Taalcodes in beeld \|/

(g.l.t. 3 min.; links: 40 min.)
Volgende week krijgt de grafisch ontwerper
Reza Abedini de Prins Claus Prijs. Het juryrapport meldt dat de prijs een erkenning is van 'de impact van grafisch ontwerpen als internationaal communicatiemiddel'.
Beelden zijn sterker dan woorden. Afgelopen maandag kon u hier lezen dat teksten op voedselverpakking niet erg helpen om het gedrag van de consument bij te stellen. In de campagnes tegen roken heeft men dat goed begrepen. In België is men begonnen de ontmoedigende teksten op rookwaar te vervangen door foto's die de verschrikkelijke gevolgen van roken in beeld brengen. Lichaamstaal heeft meer impact dan het gesproken woord en prestaties kun je verbeteren door mentale voorbereiding, waarbij je in je hoofd de situatie oproept die bij die prestatie hoort. Pictogrammen en logo's zijn misschien wel de sterkste voorbeelden van beeldtaal. Eén enkel tekeningetje geeft een compleet verhaal weer.
Taal leer je op twee manieren: je praat na wat je hoort en de eerste woorden op school worden ondersteund met plaatjes. Wat je verder de rest van je leven leert, schijn je uitstekend te kunnen onthouden door beelden aan begrippen te koppelen (dual code theory).
Waarom schrijven en praten we dan nog zoveel? Moet tekenles niet een belangrijker plaats krijgen in het onderwijs dan taalles? Of wat dacht u van mimelessen als verplichte kost?
Het zou een fraai straatbeeld opleveren. Iedereen gewapend met tekenpapier en potlood om elkaar te laten zien wat men wil zeggen. Je hoort geen onvertogen woord meer. Hooguit valt er een cartoonrelletje op de hoek van de straat waar te nemen.
Ondertiteling op televisie slaat ook nergens op. De beelden spreken toch voor zichzelf?
Het gedonderjaag over de spelling van de taal kunnen we dan ook achterwege laten. Hoewel het toch nog een beetje oppassen is. Wat bij de één een wegwerpgebaar is, betekent voor de ander 'kom eens hier'.
Maar de meeste winst is de ongelofelijke rust in de openbare ruimte. Niks geen door elkaar gekakel. Het einde van het alom aanwezige gezoem van de eeuwigdurende conversaties. En natuurlijk een enorme tijdwinst. Wat je met één enkel beeld kunt zeggen gaat sneller dan een ellenlang betoog.
De prangende vraag is echter: waarom is die taal er dan? Waarom komen er steeds meer woorden bij? Waarom kiezen we altijd weer voor woorden en niet voor beelden?
Zijn er woordkunstenaars onder de lezers die me dat op een beeldende manier kunnen uitleggen?

Labels: