Het gedrag van de kiezer. <>

(g.l.t. 4 min.; links: 40 min.)
Het kiezersgedrag is lijdend voorwerp van tal van onderzoeken. Wat ligt er ten grondslag aan de keuzes en wat is de boodschap die de stemmer met zijn keuze af wil geven? De laatste jaren gaat het er flink rommelig aan toe. Verschillende onderzoeken laten aardige verschillen zien, analyses van de uitslagen zijn niet eenduidig. Kloppen de onderzoeksmethoden niet? Of is de kiezer een onvoorspelbaar en ongeleid projectiel geworden waar de onderzoeker maar geen vat op kan krijgen?

Meten is weten, maar de uitkomsten van metingen hangen natuurlijk sterk af van de factoren die in het onderzoek worden meegewogen. Er hoeft maar één factor anders te zijn en je krijgt ook een ander resultaat. Omdat we al enige tijd met verrassende verkiezingsuitslagen te maken hebben zijn onderzoekers dus naarstig op zoek naar verbeterde methoden om het gedrag van de hedendaagse kiezer te verklaren.
Nou lijkt mij dat een bijna ondoenlijke zaak. Veel mensen weten zelf niet eens goed uit te leggen hoe men tot een bepaalde keuze is gekomen. Kiezen is een complex gebeuren. Bij zowel de voorbereiding als het moment van kiezen spelen zoveel factoren een rol dat er nauwelijks een sluitend onderzoeksmodel te hanteren is.
Ook bij deze verkiezingen is het gissen wat de kiezer heeft bewogen. Hoe komt het toch dat van de regeringspartijen het CDA slechts drie zetels verliest, terwijl VVD en D66 een flinke opdonder krijgen? Waar hebben SP en Partij voor de Vrijheid hun flinke winst aan te danken? En hoe valt de aanwezigheid van de Partij voor de Dieren te verklaren?
In Nederland is het al geruime tijd gewoonte om bij onderzoeken naar kiezersgedrag op zoek te gaan naar de rationele argumenten van de kiezer. De kiezer is een 'calculerende burger' die thuis eerst zit te plussen en te minnen om er achter te komen welke keuze hem of haar het meeste oplevert. Niet alleen betreffende de huishoudportomonnee, maar ook ten aanzien van thema's die een individuele burger belangrijk vindt (milieu, veiligheid, onderwijs, zorg). Deze benadering is al stukken beter dan het zogenaamde verzuilingsmodel dat tot in de jaren 70 de basis van onderzoeken was. Hierbij ging men uit van de sociale achtergrond van de kiezer. Een christelijke kiezer zou wel eerder op een christelijke partij stemmen, een fabrieksarbeider werd geacht op meer socialistische partijen te stemmen, of men stemt op een partij waar de familie al jarenlang traditiegtrouw op stemt, enzovoort.
Toch komt men met het model van de 'calculerende burger' er ook niet helemaal uit. En dat lijkt mij logisch. Andere onderzoeken naar gedrag bij keuzes lijken steeds meer de opvatting te bevestigen dat rationaliteit er weinig toe doet. Zelfs als de keuze-maker zelf meent rationele argumenten te betrekken in de keuze, wordt er uiteindelijk meer met het gevoel gekozen dan met het verstand. En zo valt de verkiezingsuitslag van deze week ook goed te verklaren. Het CDA verliest niet zo gek veel omdat Harry Potter toch sympathieker is dan IJzeren Rita, waarden en normen belangrijk worden gevonden, ook al heeft iedereen zijn eigen waarden en normen, en omdat na het zuur het zoet kwam. Een groot deel der kiezers moet toch constateren dat er nog genoeg geld in de huishioudbuidel zit om ook dit jaar weer de uitgaven voor sinterklaas en kerst tot grote hoogten op te stuwen.
En dan zijn er nog de mensen die gecharmeerd zijn van een 'extreme make-over'. Wil men links zijn? Dan maar eens gek gedaan en op een partij gestemd met communistische roots: de SP. En dat in tijden waarin zo'n beetje elk communistisch ideaal tot museumstuk is verworden. Of mensen die een erg benauwd gevoel hebben stemmen op Wilders. En er is natuurlijk een klein deel onder de kiezers die hun vertrouwen in de mensen, politici ook, verloren hebben en de macht aan de dieren willen geven.
Willen onderzoekers meer inzicht krijgen in het kiezersgedrag dan zullen ze toch echt meer naar de emotionele factoren moeten kijken. Da's lastig, want die kunnen morgen er weer anders uitzien. Maar een politieke partij is ondertussen niet meer en minder dan een product, waar kiezers hetzelfde op reageren als bij de aankoop van een auto of een huis. Men wikt en weegt en slaat er uiteindelijk een slag naar.

Bronnen: Vernieuwd kiezersonderzoek.
Geschiedenis kiezersonderzoek.
Stemmen is een kwestie van gevoel.

Labels: