Revolutionaire reconstructie /*\

(g.l.t. 3 min. links: 30 min.)
Op een paar heuveltjes in de buurt van Maastricht na, is dit land vooral platteland. Het woord 'platteland' roept bij veel mensen het beeld op van uitgestrekte weidevelden, grazende koeien, ploeterende boeren en de geur van mest. Een stadsbewoner heeft niet het idee dat ook een stad op het platteland staat en is er inmiddels zo van vervreemd dat hij zich bedreigd voelt zodra een 'gekke-koeien-ziekte' uitbreekt of de vogelspest ook gevolgen heeft voor de kanarie op het balkon van de torenflat. Hoewel er ook stedelingen zijn die het asfalt en beton een beetje zat zijn en vanuit hun flatje graag uitzicht willen hebben op een idyllisch boerderijtje. Zo ziet men dat in Almere graag.
Terwijl het huidige kabinet langzaam aan de koffers begint in te pakken, wil het nog even duidelijk maken waar een klein land groot in kan zijn. Dat is niet alleen onze roemruchte geschiedenis (Balkenende's VOC) maar ook ons platteland.
Dat platteland gaat op de schop, aldus landbouwminister Veerman. En hoe! Hij spreekt zelfs van een 'stille revolutie'. Met 'stil' bedoelt hij waarschijnlijk dat een tien jaar oude wet tot nu toe niet in praktijk gebracht kon worden door burocratische hindernissen. Het gaat om de Reconstructiewet, die tot doel had intensieve veeteeltbedrijven meer uit elkaar te plaatsen, met veevrije zones ertussen, om snelle verspreiding van ziektes als de varkenspest tegen te gaan. Omdat andere wetten (de ammoniakwet en de geurwet) nog niet klaar waren is er in die tien jaar nog geen bedrijf verplaatst en geen enkele veevrije zone gerealiseerd.
Dat is inmiddels anders en men kan aan de slag met het platteland. Dat doet de minister niet alleen, hij schakelt daarbij ook de burgers en gebruikers van het platteland in. De Reconstructie van het platteland moet een samenhang worden van landbouwindustrie, natuur en recreatie. In essentie komt het er op neer dat er plaats moet zijn voor boerenbedrijven die willen groeien èn ruimte voor wandelaars en fietsers die een stukje plattelandsbeleving willen opdoen. Natuurlijk moeten ook authentieke plattelandsdieren en planten een plek krijgen.
Een waarlijk revolutionaire ontwikkeling! De grutto zal er aan moeten wennen dat er een fietspad in zijn leefgebied komt, waar op een zonnige zondagmiddag ouders aan hun kinderen uitleggen dat de grutto een soort kip is. Ook een goed idee is om naast een flatgebouw op een vinexlocatie een varkensboerderij te bouwen, zodat mensen weer een beetje besef krijgen wat er zo al bij komt kijken om hun karbonade op hun bord te krijgen. En dat alles met behoud van droge voeten. Dus niet mekkeren als er hier en daar een stukje platteland aan het water terug gegeven moet worden om vinexlocaties voor overstromingen te behoeden.
Nederland vol? Absoluut niet! Kijk maar eens op de website van de Dienst Landelijk Gebied wat er zo al mogelijk is.
Ik doe natuurlijk de idealen van die Reconstructie wat te kort. Maar dat komt omdat ik toch de indruk krijg dat de plaats van landbouw en veeteelt afhankelijk wordt gemaakt van woningbouwplannen. Een lastige kwestie. We willen genoeg te eten hebben èn ruimte om te wonen. Los dat maar eens goed op.
Ook lees ik in die reconstructieplannen weinig terug over hoe een deel van de landbouw dienstbaar gemaakt kan worden voor energiebronnen. Bijvoorbeeld de teelt van koolzaad.
Reconstructie is maakbaarheid. De valkuil daarbij is dat bij maakbaarheid gedacht wordt dat er iets gedaan moet worden. Ik zoek me op dit moment wild naar ideeën die aangeven dat het in sommige gevallen beter is niets te doen. Maar dat is zoeken naar de speld in die typische pittorekse plattelandshooiberg.

Labels: