Kiezen voor een vitale democratie? <>

Democratie betekent voor velen dat iedereen zijn zegje mag doen. Dat doen veel mensen dus ook, waarbij de democratie zelf regelmatig onderwerp van gesprek is. Hoewel niemand helemaal tevreden is over onze democratie, wil men niet tot afschaffing over gaan. De mankementen worden voor lief genomen. Ondertussen zijn er wel tal van ideeën en initiatieven die verbetering van die democratie beogen. De grootste vraag daarbij is altijd weer: hoe geven we de burgers meer invloed op het bestuur? De tweede, steeds terugkerende vraag is: hoe maken we de democratie zo leuk dat iedereen er mee bezig gaat. Democratie moet geen saaie binnenkamertjes-politiek zijn, waar mannen en vrouwen in grijze pakken in onbegrijpelijke taal de dienst uitmaken. De teneur in de debatten over ons bestuurlijk stelsel is dat het nodig aan vitalisering toe is. Maar hoe?
Diegenen onder u die, in hun zoektocht naar het antwoord op die vraag, behoefte voelen hun gedachten verder te ontwikkelen, komen deze maand aardig aan hun trekken. Amsterdam University Press komt, in de serie studies over politieke vernieuwing met drie nieuwe uitgaven. Gisteren verscheen de eerste: 'Rituelen van beraadslaging: reflecties over burgerraad en burgerbestuur' van Bas van Stokkom (socioloog en onderzoeker, Radboud Universiteit Nijmegen). Later deze maand komt de uitgever met 'Vitale democratie, Theorie van democratie in actie'(Frank Hendriks) en 'Democratie door interventie. De nieuwe White Mans Burden? (André Gerrits).
Het boek van Bas van Stokkom heb ik (nog) niet gelezen, maar in het Nederlands Juridisch Dagblad & Nieuws valt te lezen dat de auteur de nodige vraagtekens zet bij het idee de burger meer stem in het politieke bestuur te geven. Citaat uit de recensie: 'De socioloog toont in zijn boek aan dat gezag, status en emoties een grote invloed hebben op het burgerberaad. In veel opzichten fungeert dat beraad als een collectief ritueel waarbij verlangens als erbij horen de doorslag geven.'
Volgens diezelfde recensie is van Stokkom wel positief over het idee van een 'Burgerkamer waarin gewone burgers besluiten nemen en waar een rolverdeling is aangebracht tussen lekenparticipanten en experts', want 'Anders dan bij referenda namelijk (die vatbaar zijn voor populisme en wedstrijdnieuws in zijn ogen) oordelen aselect gekozen burgers op onafhankelijke wijze binnen een multichoice format.'
Een burgerkamer? Dat vinden wel meer mensen een goede optie. Voorbeelden zijn het Burgerforum Kiesstelsel, waarin men tot een advies aan het kabinet wil komen over een ander kiesstelsel. Het ministerie van VROM kent ook een platform, er is een voor milieubeheer en ook op provinciaal nivo doet men zijn best met een virtueel burgerplatform.
Deze clubs mogen niet verder gaan dan adviezen opstellen of leuke plannen presenteren. Ze nemen geen bestuurlijke besluiten. Vallen ze daarmee onder de noemer 'collectief rirueel', zoals van Stokkom dat noemde, dat het gevaar van ego-opportunisme in zich bergt? Ik heb niet die indruk, maar van Stokkom heeft daar wel een punt. Welke burger gaat nou in zijn vrije tijd allerlei topics doorzagen waar hij uiteindelijk niets over te beslissen heeft? Dat doen toch alleen webloggers?
Die burgerkamers, waar van Stokkom het over heeft, zou zoiets al gauw een soort Lagerhuis worden waar iedereen door elkaar schreeuwt en men niet eens tot een besluit kan komen? Ik denk van niet. Het maakt een heel verschil of je daadwerkelijk een belangrijk besluit moet nemen voor de hele samenleving of dat je even beroemd mag zijn in een televisieprogramma. De burgerkamer (of een leukere naam voor dat idee) lijkt mij de moeite waard de komende vier jaar eens uit te proberen. Slechter dan Balkenende III kan het toch niet worden?

Labels: