Dag 222 Streven naar geluk

Tevredenheid, voldoening en geluk

In de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776 noemde Jefferson ‘the pursuit of happiness’ een onvervreemdbaar recht. Elk individu heeft het recht zijn persoonlijk geluk na te streven, wat impliceert dat persoonlijk geluk een haalbare doelstelling is.
Wat maakt mensen gelukkig? Wereldwijd wordt hier onderzoek naar gedaan, in ons land door Ruut Veenhoven, geluksprofessor in Rotterdam, en steeds blijkt dat geluk als ‘state of mind’ voor een groot deel afhangt van de mate waarin iemand ervaart invloed te hebben op zijn eigen leven, het gevoel heeft keuzes te kunnen maken. Natuurlijk zijn er externe omstandigheden die geluk bevorderen, zoals voldoende inkomen, een goede gezondheid en een veilige omgeving, maar die zijn meer te beschouwen als voorwaarden om keuzes te kúnnen maken en zo je eigen gelukkige wereld te realiseren.
Waarom lukt het dan niet iedereen om onder redelijk gunstige omstandigheden zijn geluk te vinden? Volgens Martin Seligmann, geluksprofessor in Philadelphia (PA), gaat het onder andere mis omdat mensen de verkeerde keuzes maken. Geluk ligt volgens hem in het vinden van zinvolle bezigheden die moreel voldoening geven en passen bij je eigen persoonlijkheid. Het gaat erom deze zorgvuldig te kiezen. Op zijn website 'authentic happiness' zijn talloze tests, tips en trainingen te vinden om je geluk te vergroten. Seligman is grondlegger van de positieve psychologie en een overtuigd aanhanger van het idee dat mensen flexibel zijn en gedrag voor een groot deel is aan te leren. En - typisch Amerikaans - hij is erg optimistisch.
Nu is optimisme een belangrijke eigenschap voor gelukzoekers en het is helaas een eigenschap die grotendeels aangeboren is. Niet iedereen is even optimistisch van aard en de minder bedeelden zijn dus duidelijk in het nadeel. Hetzelfde geldt voor stabiele eigenschappen als extraversie, emotionele stabiliteit en het openstaan voor nieuwe ervaringen, allemaal bevorderlijk voor het ondernemen van de juiste stappen in het vinden van geluk. De arme introverten, neurotici en angstigen zijn echter niet één-twee-drie in het tegendeel te veranderen; voor hen zijn er gewoon minder kansen op groot geluk.
Zelfs Seligmann erkent dat elk mens zijn eigen geluksthermostaat heeft, waardoor een geboren pessimist na een roze gelukkige periode toch weer terugzakt naar zijn eigen vertrouwde naargeestige blik op de wereld. Pessimisten troosten elkaar dan door te zeggen dat die blik wel een realistisch beeld van de wereld geeft. (Toch even een gelukkig moment?)
Maar al met al, blijvend geluk is niet voor iedereen weggelegd. Depressies en eetstoornissen zijn de belangrijkste psychische kwalen van het moment. Je kunt een pessimist alleen leren iets minder pessimistisch te zijn, een introvert iets minder op zichzelf gericht en een depressieve patiënt iets meer tevreden met zichzelf.
Belangrijker dan de haalbaarheid van geluk voor iedereen lijkt me daarom de constatering dat het zinvol is dat we er toch in blijven geloven, ook bij tegenslag en soms tegen de klippen op. Of, om een Loesje-wijsheid te citeren, geluk is een richting, geen punt. Zou Jefferson dat ook bedoeld hebben?

Labels: