In wiens droom leven we eigenlijk? (2)

(g.l.t. 3 min.; links: 4 min.)


"Wij Nederlanders staan niet bepaald bekend als dromers."

"Wie ‘American dream’ intoetst in Google, krijgt 2,5 miljoen hits.
Rêve français’ levert 16.000 treffers op. En ‘Nederlandse droom’… 1.500."



"Dùrven we in dit land eigenlijk wel te dromen? Misschien zijn we ons gewoon onvoldoende bewust van de kracht van onze dromen en lopen we er niet graag mee te koop."

Drie citaten uit een toespraak die Balkenende in februari hield op het Festival der Bestuurskunde.(De complete toespraak is te lezen op onder de titel
The Dutch Dream Revisisted op de website van het ministerie van algemene zaken).

Nederlanders staan niet bekend als dromers, maar dat zijn ze wel. Balkenende zelf voorop. Dat zie je meteen al aan het tweede citaat. Kennelijk droomt hij ervan dat de nederlandse taal ooit nog eens de belangrijkste internationale taal wordt. Nu is en blijft dat het engels. Had hij dus 'dutch dream' bij google ingetikt, dan had hij aanzienlijk meer hits gekregen. En in het nederlands staat het er meteen een stuk slechter voor met de 'amerikaanse droom'.

Overigens zijn de hits die hij wel heeft gevonden ook gedroomd. Geen van de genoemde aantallen komen ook maar een beetje in de buurt als u de betreffende termen intikt.
Goed, ik snap hem wel, ons aller JP. Dit is al weer zijn vierde kabinetje, dus met zijn nationale allure zit het wel goed. De man droomt ondertussen van allure over de grenzen heen. En dan steekt het wel dat die amerikaanse droom de boventoon voert. Maar met wat voor droom moet Balkenende komen om voor eens en altijd met die amerikaanse droom af te rekenen? Dat wordt lastig.
Zeker sinds het einde van de 2e Wereldoorlog, is het vooral amerikaanse dromerij wat hier de klok slaat. Van stofzuigers tot televisies, van auto's tot internet, van mobiele telefoons tot droombanen. Allemaal op de markt gegooid onder de welluidende kreten 'vrijheid van zus...' en 'vrijheid van zo...'. Dat soort vijrtheden zijn ook wij zo belangrijk gaan vinden, dat we de amerikanen zelfs in hun ergste nachtmerries volgen en verzanden in oorlogen die om vage en dubieuze redenenen zijn begonnen.
Ook al worden nu tal van produkten helemaal niet meer in Amerika zelf gemaakt, het is en blijft de amerikaanse droom. De aloude droom dat je van krantenjongen best miljonair kan worden. Een droom van een motivatie die veel mensen aardig aan het werk houdt. De amerikaanse droom zit zo diep tot in elk vezeltje van onze samenleving, dat de nederlandse droom niets anders is dan die amerikaanse. Kan Balkenende daar ook maar iets tegenover stellen?

Jazeker. Hij durft wel degelijk te dromen. Als een misplaatste variant van een hedendaagse Martin Luther King, bekent hij zijn dromen.

"Ik droom van een Nederland dat dynamiek en internationale allure weet te combineren met de menselijke maat, zorgzaamheid en duurzaamheid.
Ik droom van een land waarin mensen zich zeker genoeg voelen om te veranderen, omdat ze ruggensteun en voldoende bagage krijgen en in geval van nood nooit met lege handen staan.
Ik droom van een land waarin mensen zich onbevangen durven opstellen en nieuwsgierig zijn naar elkaar en naar wat er achter hun horizon ligt. Want wie nieuwsgierig is, heeft niet zo snel last van angst of vooroordelen."



Mooi, hè? En denkt u dat de 100 dagen die hij in gesprek is met de samenleving hem uit de droom zullen helpen en met beide voetjes op de grond zullen zetten? Dat hij zich eens wakker moet knijpen en een paar zaken uit zijn vorige regeerperiode recht moet zetten? Mark Rutte (VVD) is al begonnnen met het opbiechten van wat bestuurlijke foutjes. Nu JP zelf nog. Of is eens gedroomd, een nachtmerrie voor altijd?