In wiens droom leven we eigenlijk? (1)

(g.l.t. 4 min.; links: 6 min.)
Ik stap midden in de nacht uit mijn bed, wakker gemaakt door een bijna pijnlijke plasaandrang. Er is echter geen wc te vinden. Hoe langer ik zoek, hoe pijnlijker het wordt. In de immens grote hal, waar sjiek geklede mensen Weens walsen over de marmeren vloer, zoek ik een plekje waar ik ongezien mijn behoefte kan doen. Net als ik achter een grote potplant denk mijn gang te kunnen gaan, houdt een ober mij een dienblad met kleurige gevulde borrelglaasjes voor. Ik zoek verder. Kennelijk ben ik de enige die me schaam hier in mijn pyama rond te lopen, want de rest walst rustig in gala-kleding verder. Ik ga achter een sofa staan. Het stelletje dat voor me zit te kletsen, merkt gelukkig niet dat ik met één vinger de boord van 's mans overhemd wat weider heb gekregen. Opgelucht leeg ik mijn blaas met een welgerichte straal in de zo verkregen opening. Net als ik de laatste druppel wil lozen, zie ik een zestal obers met gezwinde spoed en dreigende gezichten op me af komen. Ik prop mijn leuter snel terug en ren de hal uit en duik mijn bed weer in.
Ik slaap gelukkig gauw in. Maar binnen enkele seconden speelt mijn blaas weer op. Snel eruit. Het eerste de beste dat ik zie, neem ik ter hand. Een speelgoedpianootje, waarop mijn vader mij nog "In the mood" van Glenn Miller had leren spelen. Ik drukte op de toetsen en liet mijn plas het instrument instromen.
Eenmaal weer in bed, leek ik alles weer vergeten. Of laat ik het zo zeggen: mijn blaas leek alles vergeten, want opnieuw begon het orgaan pijnlijk te zeuren. Om er snel van af te zijn holde ik naar het open raam en stortte ongegeneerd mijn waterval naar buiten. Ik voelde hoe met elke druppel mijn hele lichaam eindelijk ontspande. Toen ik naar beneden keek om de laatste druppels te aanschouwen, zag ik hoe mijn water in een eindeloze diepte klaterde. De aanblik veroorzaakte een hevige hoogtevrees-aanval en mijn ontspannen spieren konden mij niet meer redden van de val uit het raam. Dus ik viel en ik viel en viel en viel en........

U begrijpt het al: ik hoor tot die 500.000 mensen die wel eens een nachtmerrie heeft en daardoor overdag niet goed functioneert. Gek eigenlijk, want een nachtmerrie is een droom. Dus je slaapt dan wel. Een andere onderzoek berichtte dat te weinig slaap tot slecht functioneren leidt. Al die wakkere types blijken op den duur helemaal niet zulke wakkere keuzes en beslissingen te maken. En zo kunnen er dan nachtmerries zijn, die geen droom maar werkelijkheid blijken te zijn. Hoe hard je ook hebt geblokt voor je examen, je zakt toch als je te weinig slaapt. Jammer, maar daarbij heb je nog altijd een herkansing. Dat geldt niet als je slachtoffer wordt luchtverkeersleiders, die eigenlijk al lang op bed hadden moeten liggen.

Die onderzoeken kloppen wel met mijn werkelijkheid. Als ik een nachtmerrie heb gehad of lang wakker heb gelegen, dan voel ik me niet optimaal. Maar dat geldt ook als ik een slaap met 'gewone' dromen heb gehad. Staat dan alleen een uurtje of acht droomloos slapen garant voor een fitte dag? Dat is, althans bij mij, ook niet altijd het geval. Er kunnen weken voorbijgaan dat ik aan zes uurtjes slaap meer dan genoeg heb.
Niet alleen het aantal uurtjes slaap en de kwaliteit ervan zouden een rol spelen, ook het veel genoemde en vage begrip 'bio-ritme' zou van belang kunnen zijn. Op regelmatige tijden slapen zou beter zijn voor een mens. Dat hoeft niet per sé alleen 's nachts. Je hebt tenslotte mensen die 's avonds veel beter presteren dan overdag. Dat herken ik ook: tijdens mijn avonddiensten voel ik me veel fitter dan tijdens de dagdiensten. Misschien moet ik mijn arbeidscontract eens laten omzetten naar een "avondmens-contract", zoals dat in Denemarken mogelijk blijkt te zijn.

Maar goed, slaaptekort is op de lange termijn niet goed. Hoeveel slaap dan wel? En op welke tijden? Met of zonder dromen? De antwoorden vindt u terug in die dromen van onderzoeken die wetenschappers de wereld in sturen. Uw antwoord zit daar vast en zeker tussen, al zult u er wellicht een nachtje over willen slapen, voor u beslist welke uitkomst het beste bij u past. Want één ding is wel zeker: u wilt beslist niet in de droom van de eerste de beste wetenschapper leven. Uw eigen werkelijkheid bevalt u immers het best?
Wie meent desondanks in een nachtmerrie beland te zijn, kan er misschien vanaf komen na een bezoekje op een speciale site van de universiteit van Utrecht.