Historische identiteitscrisis.

Hoe ver kan een appel van de boom vallen? Volgens het spreekwoord niet zo heel ver. Niet dat ik er nu peren bij wil halen maar mensen zijn net appels. Zodra ze gevallen zijn kijken ze om zich heen en vragen zich af van welk boompje ze ook al weer vandaan kwamen.
Iedereen stelt zich wel eens vragen over zijn/haar identiteit (en... zucht, nog één keer dan: dat beperkt zich niet tot de naamgeving alleen). Vooral in tijden van crises wil die vraag zich opdringen. Behalve dertigers met een dipje en mid-life-depressievelingen stellen ook filosofen en stamgasten aan de borreltafel regelmatig de existentiële vraag. En zo als dat wel vaker gaat: je stelt een vraag en de verwarring wordt alleen maar groter.
Wetenschappers zoeken al jaren naar de echte eerste mens. En wat blijkt? Er is meer verwarring over onze oer-identiteit. De theorie dat we nauw verwant zijn aan apen is algemeen bekend en lijkt nu ook meer dan ooit bewezen te zijn. De oorzaak ligt in één van de meest gangbare processen in de evolutie: kruisbestuiving (in de volksmond beter bekend als seks). Werp daar uw licht maar een over.
In de ban van allerlei literatuur die feiten en fictie bij elkaar lijken te brengen, menen anderen weer we ooit een soort hobbit waren. Wat weer heel iets anders is dan de constatering dat wij allen zakpijpen zijn.
En zo blaast de wetenschap de identiteitscrisis al eeuwenlang telkens nieuwe leven in.
Hebben wij daar wat aan? De hier eerder genoemde volksmond weet daar het antwoord wel op: "Ach, we zijn allemaal maar mensen..."
Juist, we zijn maarmensen; wat we denken te zijn blijkt vaak gebaseerd op een "mare" te zijn; wat we willen zijn is aan veel "maars" onderhevig. In de grote zee van mensen hopen we een identiteit te hebben die ons duidelijk van anderen onderscheidt. Maar..... laten we in dat alles vooral bescheiden zijn.