Haasje over

(deel 2 en slot van het paasverhaal).

Paashaas lag in zijn leger moedeloos bij te komen van de schok die hij gisteren mocht ervaren. Zou er dan nu toch een einde komen aan de souvereine avonturen van de Paashaasdynastie?
Paashaas wist zelf ook wel dat de familie Haas min of meer per toeval universeel symbool geworden was van de jaarlijkse eitjes-verstopperij. Oorspronkelijk was dat de familie Konijn. Maar laten we eerlijk zijn: een haas heeft toch een wat koninklijker uitstraling dan een konijn, hoewel wat erfopvolging betreft familie Haas wel een voorbeeld kon nemen aan familie Konijn. Die konijnen konder er wat van zeg!
Maar goed, zo gaat dat met symbolen; de kerstboom was immers ook geen denneboom? De mensen malen daar niet om. Ze veranderen symbolen, halen ze door elkaar, maakt niet uit hoe of wat, als het resultaat maar een vrije dag is.
Paashaas overwoog nu serieus de brui er aan te geven en dit ondankbare landje te verlaten. Twee eeuwen lang had de Haas-dynastie, nadat men eerst het konijn in zijn Franse hol had teruggeschopt, het volk op haar wenken bediend. Ga maar na hoeveel eieren dat wel niet waren.
Paashaas werd ietsjes vrolijker. De gedachte dat niets is wat het was beurde hem wat op. Kijk, hijzelf was net zoveel nederlands, als dat-ie duits en frans was. Zijn werk had alleen symbolische waarde en natuurlijk ook economische waarde. Daar werd-ie zelf alleen niet veel wijzer van.
Nee, dacht Paashaas, het is haasje-over-en-uit! Genoeg geweest. Hij zou de hele santenkraam weer teruggeven aan de konijnen. Alle macht aan de konijnen! Paashaas verkneukelde zich bij de gedachte wat dat zou betekenen voor dit landje.
En zo werd het voor Paashaas toch nog een vrolijk pasen.