De toestand in de polder (3)


Rutte: "Nee, nee, zo heb ik dat niet bedoeld. Waarom is het toch zo moeilijk voor de pers om ons goed te begrijpen? Kijk, het is lente, de zomer nadert en we verwachten de nodige muggen. Die mag men van zich afslaan. Het is niet de bedoeling dat bij vermeende criminaliteit jan-met-de-pet er op los gaat meppen. Want wat men onder criminaliteit verstaat wordt verschillend begrepen en voor je het weet krijgen wijzelf de klappen."

Weisglas: "Je kan potjandikkie geen goede vakman meer krijgen dus bij het vorige lek hebben we de eerste de beste ambtenaar aangeschoten en gevraagd of die de boel kon repareren. Nou zijn we alleen vergeten welke jandoedel dat was. We hebben ook zoveel ambtenaren."

Balkenende: "Het kan niet de bedoeling zijn dat jan-en-alleman op de koffie komt bij de ministerraad. Het is geen theekransje. Voor alle duidelijkheid, wij hebben niets tegen eilandbewoners: de burgemeester van Terschelling komt er ook niet in. Bovendien hebben we het al moeilijk genoeg met elkaar."

Donner: "Dat feest gaat dus niet door! Welke jan-bijdehand heeft dat bedacht? Het kleine beetje gezag dat wij nog hebben laten we niet ondermijnen door een telefoontje naar Apeldoorn!"

Hoogervorst: "Weet men eigenlijk wel hoe verantwoordelijk een directeur van een ziekenhuis is? De verantwoordelijkheid voor de janboel die het in de zorg is gaan wij natuurlijk op de directies afwentelen. Daar moet wel wat tegenover staan."

Zie ook De vorige toestand en de toestand daarvoor.

Labels: