Grote broer of vriendelijke oom?

(g.l.t. 2 min.; links: 5 min.)
Gaat André Rouvoet de vriendelijke oom worden bij wie je als kind altijd terecht kan als je het even moeilijk hebt met je ouders? Of wordt hij de grote broer die altijd maar in de gaten houdt wat je zit uit te spoken en dat natuurlijk gaat verklikken aan je vader en moeder?
Het lijkt er op dat het dat laatste gaat worden. Hij wil een landelijk digitaal dossier invoeren, waarmee elk kind vanaf de geboorte gevolgd kan worden. Daarmee hoopt hij probleemgezinnen eerder te ontdekken om op tijd ook in te kunnen grijpen. Dat mogen de kindercentra doen, die kinderen van 0 tot 19 jaar in de gaten gaan houden. Dat soort centra worden eerst in de vier grote steden opgezet en vervolgens in de 40 probleemwijken van zijn collega Vogelaar.
Briljant! Geloofd en geprezen zij André de kinderbeschermer. Want juist de vier grote steden, die goed zijn voor 50% van de probleemwijken, zijn de Sodoms en Gomorra's waar de jeugd opgroeit voor galg en rad. De minder grote gemeenten, waar vanaf 2000 zo'n 90% van de gezinsdrama's plaatsvonden waarbij kinderen het slachtoffer waren, kunnen best later aan de beurt komen. Dat de helft van die gevallen in christelijke gemeenten voorkwamen, hoor je André natuurlijk niet over. (Bronnen o.a. RTL en De Stentor)
Er valt wel wat voor deze aanpak te zeggen. De grote steden hebben al een behoorlijke smak geld gekregen om problemen aan te pakken. Samen met een beetje van Vogelaar's geld voor moeilijke wijken en Hirsch Ballin's extraatjes tegen criminele jongeren, hoeft Rouvoet zich dus geen zorgen te maken over de financiering van zijn plannen. Daarnaast is het veel beter kinderen vanaf hun geboorte in de smiezen te houden. Want voor je het weet zijn het moreel ontspoorde volwassenen geworden, die ook wel eens lekker buiten willen wonen omdat het daar nu eenmaal de beste plek is om in alle rust het leven van hun hele gezin te beëindigen.
Het is dus allemaal preventief. Je kan als leuke oom wel de kindertjes een beetje opvrolijken als ze weer eens last van hun ouders hebben, maar dat werkt half zo goed niet als de grote broer. Die is immers altijd in de buurt om je in de gaten te houden.
Rouvoet kreeg als nieuwkomer in de regering van veel mensen het voordeel van de twijfel. Wie zei ook alweer dat elk voordeel ook zijn nadeel heeft?